Algemene Beschouwingen
Kadernota 2025
We investeren in onze gemeenschap
Dames en heren, Voorzitter, college, collega raadsleden, ambtenaren en inwoners die hier aanwezig zijn of meeluisteren,
Vandaag staan we hier met een belangrijk doel: de kadernota bespreken. Dit document zet onze koers voor de toekomst uit
Onze inwoners staan op nummer één. Wat doen we met hun gemeenschapsgeld?
We investeren in onze gemeenschap, want dat is investeren in onze toekomst.
Verstandige keuzes zijn daarbij essentieel. De CDA fractie is tevreden over het evenwicht dat het college heeft gevonden tussen het uitvoeren van het collegeprogramma met uitdagende investeringen, zoals scholen, sportaccommodaties en buurtkamers, én het op orde houden van de gemeentefinanciën. En laten we niet vergeten dat we ook bezig zijn met zaken afronden, zoals het kern- en kaderprogramma. We zijn blij met die inspanningen!
We bevinden ons nu halverwege de collegeperiode en zien mooie vooruitgang op maatschappelijke vraagstukken. Voor de tweede helft van de periode staan nog enkele belangrijke stappen gepland. Er wordt goed gekeken naar waar ruimte is om uitdagingen aan te gaan. Dat verdient een groot compliment, want stilstaan is immers achteruitgaan. Laten we die dynamiek vasthouden.
Preventie, voorzitter, lijkt soms wel een toverwoord. Financieel gezien hebben we dankzij onze behoedzame begrotingsaanpak met een realistische meerjarenbegroting minder zorgen dan veel andere gemeenten. Maar we moeten alert blijven. Als we bijvoorbeeld niet voldoende compensatie krijgen voor indexatie door stijgende lonen, kunnen er ook voor onze gemeente financieel zwaardere tijden aanbreken. Voor nu handhaven we de eerder vastgestelde OZB-indexering en toeristenbelastingtarieven. Het is goed om te zien dat de belastingdruk voor onze inwoners daalt en meer in lijn komt met het landelijk gemiddelde. Maar laten we ons bewust blijven van de uitdagingen die voor ons liggen.
De beschikbaarheid van personeel wordt in alle onderdelen van de gemeentelijke organisatie als een uitdaging gezien. Hoewel we door goed recruitment nog steeds redelijk in staat zijn om vacatures in te vullen, merken we dat het aanbod voor specifieke vakgebieden laag is. Dit betekent dat zelfs als we de middelen beschikbaar hebben, we niet altijd kunnen doen wat we willen. Bovendien blijven we een kleinere gemeente, wat onze slagkracht beperkt.
Daarom moeten we samen met maatschappelijke organisaties en de gemeenschap een goede dialoog voeren, verwachtingen goed managen en samen met inwoners en organisaties kijken naar wat wél mogelijk is. Laten we verschuiven van het denken in termen van ‘ik heb recht op …’ naar ‘ik heb het recht om uit te dagen’. Dit wordt ook wel het ‘Right to Challenge’ genoemd, een wens uit het CDA-verkiezingsprogramma. Als inwoners een project sneller, goedkoper of met meer draagvlak kunnen uitvoeren dan de gemeente, moeten we daar ruimte voor geven. Als gemeente kunnen we zo actief aansluiten bij de energie van de samenleving. We zijn nieuwsgierig naar de pilot die wordt gestart in onze gemeente.
Voorzitter. En dan komen we bij het onderwerp wijkrenovatie. Tijdens de commissievergadering van 13 juni sprak een betrokken inwoner die al sinds 2007 in gesprek is met de gemeente over revitalisatie van zijn wijk. Zijn buurtgenoten waren daarvoor al in dialoog met de gemeente. Samen hebben ze meerdere toezeggingen ontvangen en zijn er enkele tijdelijke oplossingen geboden. Overigens speelt dat niet alleen in deze wijk.
Zoals nu blijkt dat een eerder aangenomen motie bij de vorige kadernota niet op tijd is uitgevoerd. Dat lazen we in een brief die via de griffie bij ons terechtkwam. Dat verbaasde onze fractie. Waarom is dit onder op de stapel blijven liggen? Vooral omdat er in de begroting voor 2024 al geld is gereserveerd voor inventarisatie door een marktpartij.
Daarom dienen we opnieuw een motie in. Omdat voor ons de inwoner telt. We willen voortgang zien. Maar ook willen we dat de gemeenschap, in dit geval buurtbewoners van betreffende wijken, zo vroeg mogelijk worden betrokken. Zo kunnen we prioriteiten vaststellen en ontdekken wat de wijk zelf kan oppakken. In andere gemeenten is hier al veel inspiratie opgedaan, zogenaamde ‘statafelgesprekken’ zijn zeer succesvol zijn gebleken. Dat is voor ons participatie.
Met een motie vragen we aandacht voor de bereikbaarheid van hulpdiensten in oudere wijken. De Veiligheids Regio Drenthe) heeft opmerkingen gemaakt bij het bestemmingsplan Borger-dorp. We stellen voor dat de gemeente samen met de VRD een inventarisatie uitvoert om de uitdagingen voor hulpdiensten in kaart te brengen en vervolgens afspraken maakt over alternatieve noodroutes.
En dan hebben we het over erfgoed en cultuurwaarden. Volgend jaar vieren we de 80e verjaardag van de Bevrijding en het einde van de Tweede Wereldoorlog. Struikelstenen, monumenten en informatieborden, ze vertellen ons verhaal. Ze fluisteren over degenen die hier voor ons waren, over de littekens van de geschiedenis. Laten we die verhalen koesteren en doorgeven aan de volgende generaties. Want in die verhalen vinden we onze identiteit, onze verbondenheid. Fijn dat de gemeente daar middelen voor beschikbaar stelt.
Budgetcoaches, staan klaar om rode cijfers te bestrijden. Maar armoedebestrijding gaat verder dan getallen op een balans. Het gaat om echte doelen, om dromen die mensen willen verwezenlijken. Laten we mensen in armoede niet alleen helpen met het oplossen van financiële problemen, maar ook met hoop en perspectief. Daarbij is samen werken met partners zoals kerken, Humanitas en voedselbanken een must. Wat is de status van het door onze gevraagde armoedepact? En wat is de status van het onderzoek naar het participatie-inkomen?
Onze jeugd, die krijgt volop aandacht in onze gemeente met programma’s als backpack, kansencoach, sport en cultuurcoaches, BIOR, kinderraad en jongerenwerk. Maar laten we niet vergeten dat onze gemeente dubbele vergrijzing kent. Onze ouderen verdienen een fijn thuis, een plek waar ze zich geborgen voelen. Levensloopbestendige woningen zijn belangrijk, maar laten we ook denken aan generatiewoningen. Woningen waar jong en oud samenleven in één pand of op één perceel, waar ervaring en enthousiasme elkaar ontmoeten. Want dat is de ware rijkdom van onze gemeenschap.
Ik weet niet anders dan dat mijn opa bij mijn oom en tante woonde. Hij had zijn eigen woongedeelte in het achterhuis. Wederzijds hielpen ze elkaar. De vraag naar generatie woningen, zoals ‘Kangaroewoningen’: wonen in één gebouw, of pre-mantelzorgwoningen wonen in twee aparte gebouwen op één perceel, neemt in onze gemeente ook toe. Veel gemeenten maakten daarvoor al aangepast beleid. Met een motie vragen we daar aandacht voor.
In de kadernota zijn de incidentele en structurele ruimten volledig benut. Er is nog een onbekende factor: de scenario’s van investering voor de revitalisatie van ons gemeentehuis. Die ontbreekt nog in ons overzicht. En eerlijk gezegd, dat maakt integrale afwegingen knap lastig. Hoe kunnen we nu toch een weloverwogen keuze maken tussen bijvoorbeeld het renoveren van het gemeentehuis of de revitalisatie van een woonwijk. Er missen immers concrete scenario’s.
De andere voorstellen zijn naar ons oordeel noodzakelijk of op zijn minst wenselijk. Neem bijvoorbeeld de gymvoorziening Buinerveen. Misschien geen verplichting, maar wel een bijdrage aan de leefbaarheid van het dorp. En het uitgelezen moment om het nu te doen. Een gezond dorp begint bij een gezonde gemeenschap.
Voor nieuw beleid moeten we opnieuw creatief zijn. Misschien moeten we opnieuw de mouwen opstropen en op zoek gaan naar verborgen schatten. Of misschien moeten we hoop houden op het trotse kabinet op meer compensatie. Eén ding is zeker: onze gemeenschap verdient het beste.
Laten we samen bouwen aan een toekomst waarin we trots kunnen zeggen: “Dit hebben we samen bereikt.” Onze gemeenschap rekent op ons. Dank u wel.